Dit keer was ds. Jilles de Klerk, predikant van de Protestantse Kerk in Wassenaar te gast in ‘Liefs uit Wassenaar‘. Jilles de Klerk, preekte samen met Tom Mikkers over de ongelovige Thomas. Hoe werkt vertrouwen precies? Hieronder is de preek van Jilles de Klerk. “Voel zelf maar” zegt Jezus. Hij komt aan de vraag van Thomas tegemoet. Het hele programma terugluisteren kan hier. Bekijk hieronder ook de video met het lied “The Lord bless you and keep you” van John Rutter, dat Jilles de Klerk zong samen met Karin Vogelaar.
Binnen met de deur op slot
Op de dag van Pasen zitten Jezus’ discipelen binnen met de deur stevig op slot. Dat is niet uit een soort zelfopgelegde quarantaine, maar uit angst. Angst voor de Joden. De angst dat hen hetzelfde lot als Jezus zal treffen, houdt ze gevangen. Ze zijn als de dood en in die angst zitten ze opgesloten. Midden in die angst, die er is en reëel is, verschijnt Jezus. Plotseling, ze zijn er niet op bedacht, opent hij deuren die voor anderen gesloten blijven en spreekt van ‘vrede’. En met dat hij het zegt, daalt die vrede op de discipelen neer. Zoals iemand die zegt ‘ik houd van jou’ niet alleen over liefde spreekt, maar die liefde tastbaar, voelbaar maakt. Jezus’ woord van vrede maakt van de discipelen andere, nieuwe mensen. De angst maakt plaats voor blijdschap. Ze waren als de dood, maar zijn plotseling als herboren. Ze zaten op slot, maar zullen vanaf nu de deuren openen en erop uit trekken. Wat het einde leek, blijkt een nieuw begin als Jezus aan hen verschijnt en zijn vrede brengt.
Wij hebben de Heer gezien
‘Wij hebben de Heer gezien!’, roepen ze enthousiast tegen Thomas. En je hoort wel, ook dat is meer dan een kennisgeving. Het is een uitnodiging om in de blijdschap te delen en het ook te geloven. Maar Thomas laat zich geen knollen voor citroenen verkopen. Ook hij zit gevangen in de angst. Niet in angst voor de Joden, maar in angst voor goedgelovigheid. De angst dat wat hem verteld wordt een illusie blijkt. Daar kun je ook bang voor zijn. Want als je geloof en je vertrouwen een illusie blijken, als je gedesillusioneerd raakt, dan ben je er eigenlijk erger aan toe dan iemand die zich geen enkele illusie maakt. Thomas is bang dat het allemaal op een deceptie uit zal lopen. ‘Alleen als ik de wonden van zijn spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven’, zegt hij tegen zijn mede-discipelen. Thomas wil niet alleen zien, net als de discipelen. Hij wil ook tasten, aanraken. Thomas zegt niet: ‘Eerst zien en dan geloven!, maar hij gaat nog verder: ‘eerst tasten en dan pas geloven!’ Hij wil een tastbaar bewijs! Aanraken, tasten. Dat zouden wij ook wel willen. Wij moeten ons er in deze weken, maanden noodgedwongen van onthouden. Iemand zei me: ‘Ik mis huidcontact. Even elkaar aanraken. Een hand, een arm. Anderen hebben elkaar. Maar ik ben alleen.’ Ook als het om geloven gaat, kun je daarnaar verlangen. Naar voelen, aanraken, naar een tastbaar teken.
Voel zelf maar
Het mooie in dit verhaal vind ik dat Jezus daaraan tegemoet komt! Hij verschijnt opnieuw en dan is ook Thomas erbij. Jezus zegt dan niet: ‘Jij ongelovige Thomas, kun je niet eenvoudig vertrouwen op wat je gezegd is?’ Nee, Jezus zegt: ‘Kom hier, voel zelf maar!’ Jezus walst niet over de vragen die wij hebben heen, maar komt er aan tegemoet. De ironie in dit verhaal is natuurlijk dat Thomas op dat aanbod niet ingaat. Hij legt zijn handen niet in Jezus’ zij. Hij voelt helemaal niet. Hij doet wat hij zelf niet voor mogelijk hield: hij gelooft zonder tastbaar bewijs. Hij kan alleen nog maar uitbrengen: ‘Mijn Heer en mijn God!’ ‘ Thomas zegt niet: ’Nu weet ik dat Jezus leeft!’ Dat zou een constatering zijn. Wat hij zegt gaat veel verder. Is veel persoonlijker: ‘Mijn Heer en mijn God!’ Hij zegt wie Jezus voor hem is. Wat die voor hem betekent: Thomas is geraakt, bewogen. Hij is aangesproken in het diepste van zijn hart. Hij is niet langer ongelovig, maar hij is gelovig. Geloven is veel meer dan het voor waar houden van een aantal zaken of uitspraken. Het is eigenlijk ook meer dan een persoonlijke beslissing. Thomas neemt niet op grond van een aantal overwegingen een besluit. Hij wordt overrompeld, wat er met hem gebeurt overkomt hem.
Geloof is als liefde
Geloof is wat dat betreft als de liefde. Als je zou zeggen: ‘Ik heb besloten om van jou te houden! dan zou dat niet alleen vreemd overkomen. Maar de ander zou dat ook wantrouwen. Zo’n beslissing zou juist een teken zijn dat het geen echte liefde is. Geloof is iets van je innerlijk, iets van je hart. Maar het is ook iets van buiten. Van aangeraakt en meegenomen worden. Het is iets van de Geest. Die blaast en blaast door alles heen. En dan kan het gebeuren dat wie op slot zit, open gaat. Dat wie angstig zijn, zich niet langer door hun angst laten verlammen. Dat bij wie verdrietig is, ruimte komt voor blijdschap. En dat wie als de dood zijn, het leven hervinden. Wie dat kent en wie dat is overkomen, die is een gelukkig mens.