Skip to content
Vrijplaats – Het christendom verslagen? Roessingh en het modernisme – deel 1

Hoe is de verhouding van het christendom met de wetenschap? Of anders gezegd: Hoe verhoudt zich de christelijke geloofsleer tot het natuurlijke denken van wetenschap en wijsbegeerte? Dit is een eeuwenoude vraag. In het midden van de 19e eeuw wordt de vraag in een nieuwe vorm gesteld: het is dan de vraag of het christendom nog kan voortbestaan tegenover de nieuwe rationaliteit van de wetenschap.

Europa in de 19e eeuw

In de 19e eeuw verandert er veel in Europa. We zien ene geweldige ontwikkeling van de wetenschap, we zien de industriële revolutie met geweldige prestaties (denk aan Edison en de gloeilamp), we zien bevolkingsgroei (in Duitsland van 25 naar 65 miljoen in de hele eeuw), veel arbeiders in fabrieken en worden uitgebuit, het Marxisme komt op, Friedrich Nietzsche is de prominente filosoof (de sterke persoonlijkheid, ‘Umwertung aller Werten’).

Anders dan in andere eeuwen

De mens ervaart zichzelf anders dan in de eerdere eeuwen. Door het succes van wetenschap en techniek accepteren velen de christelijke leer niet meer als waarheid. Deze is onbegrijpelijk voor het natuurlijk verstand, bijvoorbeeld de scheppingsgedachte. De moderne mens ziet de Bijbel als een boek net zoals andere boeken. Voor een goed verstaan moet men de bijbel onderzoeken op taalgebruik en achtergrond. De Bijbel wordt niet meer opgevat als een eeuwig woord van God. De harmonische eenheid van geloof en rede, die in de middeleeuwen werd geformuleerd en eeuwen daarna nog blijft bestaan in de praktijk, is verloren.

De zintuigen

De zelfstandige, moderne burger gaat uit van een empirisch waarheidsbegrip: waarheid bestaat op grond van de zintuiglijke ervaring. Wat moet de christelijke leer dan nog die waarheid uit een onzichtbaar gebied haalt?

Modernisme: links en rechts

Rond 1850 ontstaat de moderne beweging of: het modernisme, in de theologie. De eerste golf modernen wilde de bijbel geheel vertalen in rationalistische richting. Dit waren de oud-modernen (bij voorbeeld de hoogleraren J.H. Scholten (1811-1885) en C.W. Opzoomer (1821-1892)). Zij werden later de oud-modernen genoemd. Na enige tijd was dit voor sommige modernen echter te rationalistisch. Zij zagen in de Bijbel geen wetenschap, maar een beroep op het gevoel. Dat gevoel wist zich ondanks alle waardering voor de cultuur in een tragische situatie. Men had ondanks het verstand de verlossing door Christus nodig. Dit waren de rechts-modernen, die tegenover de links-modernen stonden. Deze laatsten volgden de genoemde eerste golf modernen, de oud-modernen..

Geloof en Openbaring

De periode van het ‘modernisme’ lijkt bij de tweede wereld oorlog afgerond te zijn. Dan publiceert, in 1936) Prof. G.J. Heering (1879-1955) zijn Geloof en Openbaring, waarin hij een theologie van het rechts modernisme geeft. Vele moderne theologen hadden moeite om hun moderne opvattingen te verkondigen tijdens preken.

De bekende dichter P.A. de Génestet was een aanhanger van de moderne richting.

In 1860 publiceerde hij de bundel hij Leekedichtjes.

Een fragment hieruit:

Een reedlijk Christen zijn, als ’t heet, in onze dagen,

’t is niet gemaklijk ’t is een taak, een strijd, een vak,

Zelf moet ge denken, zelf! …………. Al wel, doch laat mij vragen:

Woudt ge ook een Christen zijn misschien voor uw gemak?

Te ver! Wat meent ge er mee? Spreek juister! Zeg het mij,

Te ver – is dat het doel, of wel uw neus voorbij?

Velen wilden geen afstand doen van de oude zekerheden. De dichter P.A. de Génestet(1829-1861) geeft daarvan veelvuldig blijk. In de internationale theologie had in het begin van de eeuw Karl Barth (1886-1968) het voortouw genomen met zijn radicale theologie tegen alle menselijke inspanningen. Ondanks dit is de periode van het modernisme een keerpunt geweest in de geschiedenis van het christendom. Het project van de verzoening van geloof en rede was ten einde gekomen. Het geloof had het, zoals te verwachten was, van de rede verloren. Dit zien wij nog steeds gebeuren in het teruglopen van het christendom…althans in West Europa.

Prof. dr. Karel Hendrik Roessingh

Een belangrijke moderne theoloog was prof. dr. Karel Hendrik Roessingh. Hij is geboren in Groningen in 1886, en hij stierf in 1925 in Leiden. Hij is dus maar 39 jaar geworden. Hij bezet een prominente plaats in het rechts-moderne vrijzinnige leven. In 1926-27 verscheen Roessinghs Verzamelde werken, waarin een geschiedenis van het modernisme. Op Roessinghs theologie hoop ik in een volgende Vrijplaats terug te komen.

Leestips 

Verzamelde werken van dr. K.H. Roessingh, bijeengebracht en van een inleidend overzicht voorzien door dr. G.J. Heering. 5 delen. Arnhem: N.V. van Loghum Slatrerus’ uitgevers-maatschappij, 1926-1927.

Eric H. Cossee, ‘Tegendraadse theologie. Terugblik op vier eeuwen vrijzinnigheid in Nederland’, In Een beetje geloven. Actualiteit en achtergrond van het vrijzinnig christendom, onder redactie van Willem B. Drees. Amsterdam: Balans 1999, pp. 188-200.

Vrijplaatsen zijn columns van Bert Bos die hij speciaal voor deze site schrijft.  Prof.dr. Bert Bos is emeritus-hoogleraar filosofie van de middeleeuwen in Leiden, hij doceerde over Augustinus en Eckhart.

Back To Top
Zoeken