Lieve mensen,
In haar beroemde essay, A room of one’s own, een kamer voor jezelf, beschrijft Virginia Woolf zichzelf zittend aan de oever van een prachtige oude universiteitsstad, Oxbridge genaamd. Zij is uitgenodigd voor de lunch. Het is vroeg in de herfst, de bomen zijn prachtig van kleur, en de atmosfeer nodigt uit tot nadenken. Als lezer waan je je meteen zittend naast Virginia Woolf op die oever; zie je de vuurrode bladeren aan de bomen, het gotisch bewerkte zandsteen van collegegebouwen dat er net bovenuit komt. De warme, dromerige sfeer wordt abrupt verstoord door een ‘Beadle’, een ordebewaker van een van de colleges, die haar van het gras weg komt jagen: hier mogen alleen leden van het college lopen.
Virginia Woolf was in mijn studententijd mijn grote voorbeeld, ik las bijna al haar boeken. Haar schrijfstijl met oog voor de kleinste details, de thema’s van binnen- en buitengesloten worden, raakten mij. Ze toont in haar werk hoe verschillend de maatschappij omgaat met mannen en vrouwen, en hoe bepalend gender is in hoe je de wereld ervaart. De belangrijkste conclusie in haar essay, de titel verraadt het al, is dat een vrouw eigen middelen moet hebben en een kamer voor zichzelf, om romans te kunnen schrijven. Deze conclusie omvat veel meer dan het schrijven van boeken, hoewel er in haar tijd heel weinig vrouwelijke schrijfsters waren die uitgegeven werden. Het gaat er volgens mij om dat iedereen de mogelijkheid moet hebben om keuzes te maken en niet vast te blijven zitten in het vakje waar de maatschappij je neerzet. Een kamer voor jezelf maakt het mogelijk om te onderzoeken welke blik jouw wereld kleurt en je leven bepaalt en iedereen zou die luxe van zelfkennis moeten kunnen hebben.
Een goede handleiding voor een dergelijk (zelf)onderzoek kun je vinden in de eerste negen hoofdstukken van het bijbelboek Spreuken. Daarin staan een reeks raadgevingen, van een vader aan een zoon, of een leermeester aan een leerling, over een wijze levenshouding. Het gaat om een mix van zowel praktische wijsheid als levenskunst. De mens wordt niet wijs geboren, hij moet al lerend wijs worden. Het gaat vooral over je dagelijkse doen en laten; wijs zijn wil zeggen dat je rechtvaardig en oprecht bent. De wijsheid die Spreuken leert is geen slaafse gehoorzaamheid, het gaat juist om luisteren en inzicht door kennis en het stelt je in staat om zelf beslissingen te nemen. Een wijs mens kan de verschillende stemmen in zichzelf onderscheiden en voor het goede kiezen.
Dat is in onze tijd makkelijker gezegd dan gedaan. We worden voortdurend beïnvloed door de programma’s die we kijken op televisie en de kranten die we lezen. Om over reclames maar te zwijgen. Er bestaan hele studies over de manier waarop je een supermarkt inricht zodat je je klanten verleidt om zo veel mogelijk onnodige produkten in te slaan. Waarom ligt, denkt u, de snoep op kinder-ooghoogte? Als het naar versgebakken appeltaart ruikt wanneer je een huis binnenkomt, dan voel je je welkom.
Er zijn zoveel meningen en waarheden, hoe kan je dan nepnieuws van echt nieuws onderscheiden, hoe bepaal je wat waar is en niet? We worden voortdurend geconfronteerd met tegenstrijdige meningen, in de krant, op facebook, en de media of zien we alleen maar wat wij willen zien omdat we in onze eigen bubbel vastzitten en al het andere nieuws buiten houden? Zijn wij ons er wel voldoende van bewust hoezeer onze blik gekleurd wordt door aannames die we overnemen uit onze opvoeding en omgeving?
Op de lagere school noemden kinderen mij de sproetenkoningin, ik vond dat een eretitel want mijn vader had ook rood haar en sproeten en mijn zusjes hadden dat niet. Stel dat ik het enige kind in het gezin was dat er anders uitzag, hoe zou ik dan gereageerd hebben, zou ik me door mijn sproeten buitengesloten hebben gevoeld?
Virginia’s warme pleidooi voor een inkomen en een eigen kamer voor vrouwen, zou ik graag willen uitleggen als een veel breder pleidooi, namelijk voor ruimte om te creëren. Een pleidooi voor een plek die vrij is van oordelen, waar mensen niet uitgesloten worden. Het gaat ook om ruimte maken in jezelf, in je gedachten, waardoor je beseft wie je bent en wat je wilt zijn. Dan ontstaat een open blik en een luisterend oor voor anderen, zodat zij ook de kans krijgen om te ontdekken wie zij zijn. Wij, Vrijzinnigen in Wassenaar, zouden ook zo’n room of one’s own kunnen zijn, een plek waar mensen kunnen rusten en verhalen kunnen delen. Want we hebben anderen nodig en hun verhalen, om door te krijgen hoezeer wij bepaald worden door de normen en waarden van de maatschappij. Soms zijn die heel helder verwoord of in wetten vastgelegd, vaker nog blijft het onuitgesproken, of alleen vanzelfsprekend voor wie erbij hoort en vervreemdend voor de buitenstaander. Vooroordelen en uitsluitingsmechanismes maken het onmogelijk om ruimte te creëren en ze zijn lastig om te overwinnen.
Daarom is het nodig dat mensen de moed opbrengen om precies te beschrijven wat ze meemaken. Wat zien wij, welke emoties roept dat bij ons op, maakt het ons blij of kwaad, waar doet dat ons aan denken, welke ideeën komen opborrelen? Wanneer heel veel mensen hun kleine, afzonderlijke, individuele levens openlijk gaan delen door erover te schrijven of te spreken, kan zich iets openen. Zo ontstaan scheuren in de vaste ideeën over wat goed is en waar of wijs.
Stel je eens voor dat wij vanmorgen nog een bijzondere vrouw aan het woord zouden laten. Zij noemt zich Wijsheid en zij is gewend om op het kruispunt van het dorpsplein te staan, waardoor ze een beroep doet op iedereen die langskomt. Haar stem is bevelend, urgent en betrouwbaar. Ze biedt haar lessen aan, aan allen die leven en met name aan de onnozelen en dwazen, opdat zij voorzichtigheid en het onderscheidingsvermogen zullen leren om de wegen van wijsheid te kunnen volgen. Vandaag mag zij even op de kansel staan en spreekt zij ons toe met wijze woorden, die ons laten dromen, woorden die ons juist wakker schudden en woorden die bijna ongeloofwaardig zullen klinken in onze oren.
Wijsheid biedt ons vaardigheden aan, die nodig zijn om te navigeren in een wereld waarin we voortdurend worden geconfronteerd met concurrerende visies op waarheid. Wij worden we dagelijks overspoeld met stemmen die een beroep doen op onze diepste verlangens en die proberen om onze gedachten en keuzes een bepaalde kant op te sturen. Je kan je scherpen in gesprekken met vrienden en buren of in de gemeente, je mening bepalen, je verwachtingen toetsen op realiteit en haalbaarheid, zolang je ervoor open staat dat je misschien geen gelijk hebt.
Vrouwe Wijsheid nodigt ons uit om plezier te hebben! Om vreugde te beleven aan de schepping in al haar verschijningsvormen, om ons te verwonderen. Juist in deze tijd waarin onze samenleving vol onrust uit zijn voegen lijkt te barsten, spoort Wijsheid ons aan om de verdeeldheid in onze eigen gemeenschappen te helen door onze kracht in onze zwakheid te tonen.
Vrouwe Wijsheid roept ons op om te lachen, na te denken, naar elkaar te luisteren. Zij mengt zich onder de mensen om de weg in het leven te wijzen, want wijsheid is vooral praktische levenskunst. Hoort u haar roepen? Zij verheft haar stem en zij maakt geen kabaal. Dat laatste is voorbehouden aan Vrouwe Dwaasheid, die is luidruchtig en rumoerig, zij maakt zich groot en heeft zich op een pauwentroon gezet, en zij heeft nergens weet van. Zij trekt de aandacht en zoekt aanzien, maar zij wijst niet de rechte weg, slechts een dwaalweg. Als je even goed naar haar kijkt, zie je dat zij een gevaarlijke aanstelster is.
Wanneer wij Wijsheid aan het woord laten, of schrijvers of dichters, die van haar geleerd hebben, worden wij aangezet tot nadenken. Zij kunnen ons waardevolle lessen leren, hoe wijverandering aan kunnen brengen in de regeltjes en meningen die onze voorkeuren en onze manier van leven vormen. Omdat onze blik verruimd wordt en er, wat in het Engels zo mooi ‘room for improvement’ heet, ruimte voor verbetering ontstaat. Wijsheid is op allerlei plekken te vinden, in een rommelige straat, in een uitgescheurd stukje van een krant, in een paardenbloem in de zon, wanneer je ‘s nachts naar huis loopt onder een heldere sterrenhemel, in de stilte van een kerk of in het gepiep van de wielen van de tram die de hoek om gaat. Juist die kleine dagelijkse dingen observeren en benoemen, zoals Woolf dat doet in haar boeken, maakt je ontvankelijk voor nieuwe betekenissen.
Het is een lastige opdracht om wijs te leven, het is een leven lang leren balanceren tussen ruimte scheppen en verbinding zoeken. Mensen zijn immers niet gelijk en iedereen heeft andere wensen en verlangens, soms wil iemand a room of one’s own totaal anders inrichten dan jij zou doen. Dat is balanceren: tussen de veiligheid van een kamer voor jezelf, een plek waar jij alles kan en mag bepalen, en de invloed op je denken en handelen van de wereld en al haar rommeligheid. Het is levenslang zoeken en aftasten. Leren omgaan met de nare ervaring van buitengesloten worden of andersom in een bubbel binnen gesloten worden.
De wijze mens gaat op zoek naar wat alledaags is, wat verborgen blijft, naar de stem die niet opvalt in al het lawaai. Een simpele situatie of gebeurtenis kan tot een inzicht leiden waardoor alles in een ander daglicht komt te staan. Dan ontstaat een scheurtje in al die vaststaande betekenissen, een scheur die steeds wijder wordt zodat steeds meer mensen zich gekend en gezien weten.
Amen.



