Vorige maand is er in Wassenaar collecte gehouden voor het Leger des Heils. Ik heb ook gecollecteerd. Ik vind dat het Leger goed werk doet en steun verdient. De heilssoldaten en hun vrijwilligers vangen mensen op die aan de rand van de samenleving staan en in nood verkeren: armen, daklozen, verslaafden en andere behoeftigen. Dit maal was de collecte ten bate van hun ‘buurthuizen’, waar mensen koffie, warmte en gezelligheid kunnen krijgen, en dat onder deskundige leiding, zoals een heilssoldaat mij op de kerstmarkt van Den Haag uitlegde. Dat is een goed idee. Het brengt banden aan in onze bandenarme samenleving.
In de hele wereld
Het Leger des Heils is een bekende organisatie in de hele wereld, en dus ook in Nederland. Bij het collecteren bleek het Leger bekend en sympathie te hebben: men gaf royaal. Het doel van het Leger is, zo blijkt uit hun site, geloofsverkondiging en hulp aan behoeftigen. De christelijke theologie van het Leger is protestants, en nogal simpel. Voor theologische subtiliteiten moet je daar niet zijn. Het accent ligt de laatste decennia op hulpverlening, niet zo zeer op geloofsverkondiging. Het blad De Strijdkreet bestaat niet meer op papier, maar is alleen digitaal te bestellen; we zien de heilssoldaten niet meer in een kring zingen rond vuurpotten.
Hogere en langere rangen
De organisatie is hiërarchisch: het Leger kent hogere en lagere rangen; bekend is de rang van majoor Bosshardt (die trouwens op het eind van haar leven luitenant-kolonel van het Leger was). Wie lid wordt van het Leger moet dus gezag aanvaarden, zoals in ieder leger. De opvattingen over de verhouding man / vrouw zijn traditioneel. Diversiteit is niet hun sterkste punt, ook al heeft het Leger kort geleden de behoefte gevoeld (22 juni 2022) naar aanleiding van een klacht om afstand te doen van elke vorm van discriminatie (waarvoor ze trouwens nooit veroordeeld zijn). Tijdens het collecteren vroeg iemand of ik lid was van het Leger. Dat is niet het geval. Ik ben hier te individualistisch voor, en aan geloofsverkondiging doe ik ook niets. Aan hulp voor behoeftigen trouwens ook weinig; mijn collecteren is tenminste iets.
Christelijk geloof en leger
In deze Vrijplaats wil ik de vraag aan de orde stellen wat het christendom eigenlijk van doen heeft met een leger. In deze vraag gaat het mij niet specifiek om een leger zoals het Leger des Heils, dat maatschappelijke noden verlicht, maar het gaat om welk leger dan ook, dus ook een werelds leger dat een oorlog kan voeren. Hoe staat het christelijk geloof tegenover een leger? In eerste instantie zou men denken dat het christelijk geloof niets te maken heeft met een leger, in welke vorm dan ook. Dat is in zekere zin ook zo, maar het valt op dat in de bijbel termen van strijd, oorlog, leger en vijandschap vaak voorkomen, en dan niet alleen in een negatieve zin. In het Oude Testament treffen we vaak termen van strijd. God zelf strijdt als geen ander. De beste plaats voor legertaal in het Nieuwe Testament is Paulus’ Brief aan de Efeziërs , 6-10-18 (NBG vertaling), waarvan ik hier de verzen 10-13 geef. Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
De strijders voor God
Zoals blijkt uit deze tekst speelt het begrip van een leger of: de militia Christi een belangrijke rol in het christelijk denken. Wat is de aard en structuur van een leger? Een leger wordt in ieder geval gekenmerkt door eenheid en hiërarchie. In Vrijplaats 33 heb ik beweerd dat in de Bijbel voor zo’n structuur nergens wordt gepleit noch door Christus, noch door de auteurs van de Bijbelboeken. Dit geldt ook andere structuren zoals de kerk, ook al zijn rooms-katholieken het niet met deze stelling eens.
Einde der tijden was nabij
Het christelijk geloof is van oudsher individualistisch en op God gericht, niet in eerste instantie sociaal, noch op structuren, laat staan op wereldse structuren. Immers, ten tijde van de bijbelschrijvers heerste de overtuiging dat het einde der tijden nabij was. Waarom zou men zich druk maken over organisaties? Volgens het Nieuwe Testament zijn gelovigen diegenen in wie Christus heeft plaats genomen. Gelovigen zijn dus sterke mensen, haast ‘bovenmensen’. God heeft hen waardig gekeurd om hen te aan te nemen of te adopteren. Gelovigen weten zich onder leiding van een alles beslissend en alles overwinnend Heer, namelijk God.
Von Harnack
De Brief aan de Efeziërs is geen oproep tot het vormen van een leger van deze gelovigen. Zoals de bekende liberale theoloog Adolf von Harnack met recht zegt: het gaat hier om een persoonlijke, individuele inzet voor de glorie van Christus.Vrij kort na de dood van Christus, rond 100, ontstaan er desalniettemin organisaties in het christendom. We zien vormen met een hiërarchisch gelede eenheid. De belangrijkste zijn kerken (hiërarchisch voorzien van pausen, bisschoppen, pastoors etc.) en kloosters, waar monniken leven onder leiding van een abt, aan wie zij gehoorzaamheid zijn verschuldigd. Deze kerkelijke structuren werden opgebouwd in analogie van de wereldse structuren (keizers, graven et cetera), en dus was zo’n legerachtige opbouw voor ieder begrijpelijk. De notie dat alles in de wereld met elkaar samenhangt domineert in het antieke en middeleeuwse denken.
Oefenen in het geloof
Het christendom van de vroege kerk en de middeleeuwen heeft steeds met de idee van een leger gewerkt. Men zag het christendom zelf in zijn geheel als een leger, en wel een overwinnend leger. Niemand met goed verstand zou kunnen ontkennen dat dit leger de victorie zou krijgen. De leiders van het christendom (bisschoppen, pastoors en anderen in de hiërarchie) moesten de gelovigen bijeenhouden en oefenen in het geloof, net zoals generaals een leger bijeen moeten houden. De christelijke voormannen moesten overtreders van de door God gegeven wetten (de 10 geboden de Bergrede) corrigeren en tot inkeer brengen, eventueel met geweld, door hen namelijk naar de kerk te slepen). Straffen en beloningen waren vergelijkbaar en analoog aan de straffen en beloningen die in een werelds leger werden uitgedeeld. Iemand kon na herhaaldelijke overtredingen of godslasteringen buiten de kerk worden gezet, dus geëxcommuniceerd worden, zoals in een werelds leger een soldaat die de rangen ontvlucht, gestraft en zelfs geëxecuteerd kon worden.
Leger
De opvatting van het christendom als een leger is gebleven in de rooms-katholieke kerk. In het protestantisme dat in de zestiende eeuw opkwam via Luther, overheerst het individualisme, dus daar speelt het beeld van een leger nauwelijks. Het Leger des Heils is daarom een apart verschijnsel in het universele protestantisme. Met concrete oorlogsvoering, dus met wereldse legers, heeft het christendom steeds een lastige verhouding gehad. Aan de ene kant trok men samen op met wereldse legers, zoals in de kruistochten. Aan de andere kant distantieerde men zich van wereldse legers, en nam men een pacifistische houding aan (L. Tolstoj, F. Domela Nieuwenhuis, Ds. J. Buskes jr. en anderen). Over het begrip ‘heilige oorlog’ is veel geschreven; hierover niet nu. Zonder het begrip leger is het traditionele christendom niet te begrijpen.
William Booth (1829-1912)
Terug naar het Leger des Heils In 1865 sticht William Booth het leger des Heils. Dat is inderdaad een leger, maar zeker niet gericht op fysieke strijd. Het Leger strijdt, in uniform, met de bekende ‘S’ van ‘Salvation Army , voor het geloof in Christus, en doet goed werk. Het gaat hen nog steeds, zoals gezegd, om geloofsverkondiging, maar, zoals Booth zei: ‘Hongerige magen hebben geen oren’. Heilssoldaten zijn mensen met een maatschappelijke bekommernis. Zij werken binnen een duidelijke structuur, en weten zich verbonden met gelijkgestemde zorgverleners. Dat stimuleert hen ongetwijfeld. Het lijkt een wat andere wereld dan die van mij. In je eentje goed werk doen is niet eenvoudig. Het leger doet veel goed werk, dat maatschappelijk uiterst relevant is, zeker in onze tijd. We lezen dat in de krant en zien dat op televisie. Hun werk kost veel geld. Ik steun hen daarin graag door te collecteren.
Vrijplaatsen zijn columns van Bert Bos die hij speciaal voor deze site schrijft. Prof.dr. Bert Bos is emeritus-hoogleraar filosofie van de middeleeuwen in Leiden, hij doceerde over Augustinus en Eckhart.
Meer lezen?
A. von Harnack, Militia Christi. Die christliche Religion und der Soldatenstand in den ersten drei Jahrhunderten (1923). Neudruck Wissenschaftliche Buchgesellschaft. Darmstadt, 1963. S. 12 (de auteur wordt ook geciteerd als ‘Adolf Harnack’, ‘Von’is later bijgekocht).
Anomiem auteur (sine nomine), Zeitschrift für schweizerische Kirchengeschichte = Revue d’histoire ecclésiastique suisse Band (Jahr): 62 (1968). Mooi historisch overzicht over de verhouding geloof en leger.