Afrikaanse muziek, Bijbelteksten en pianospel van Bach…dat waren de ingrediënten van deze zomerse kerkdienst op zondag 9 augustus. Tom Mikkers ging voor. Hieronder kunt u de dienst terugluisteren. De dienst begint op ongeveer 12 minuten.
Preek over Romeinen 12: 16-21 en Matteüs 8: 5-13
Mijn poging om als vijfjarige met het evenoude buurmeisje ons voor altijd te onttrekken aan het regime van de lieve juffrouw Marijke, en nooit meer naar school te gaan duurde welgeteld een halve dag. Ongeveer een ochtend waren we vermist. We zaten op honderd meter van thuis ons te beraden waar we naar toe moesten. We besloten dat het misschien wel beter was om dan maar met elkaar te trouwen. We hadden onze actie niet echt goed voorbereid. We waren dus gewoon te vinden op de plaats waar we meestal ons kinder-lief en leed bespraken. Dat betekende dat we rond twaalf uur op die plek waar we ons schuil hielden, werden opgehaald door onze moeders. Het was immers tijd om te eten. Ze hadden ons daar al veel eerder zien zitten. Pipi Langkous, Dick Trom of Pietje Bell waren verder gekomen.
Licht en donker
Als je ouder wordt doe je geleidelijk aan je eigen zin en loop je langzaam maar de wereld in, soms in het licht, soms in het donker. Je verkent stukken van de weg. Je keert soms terug in de beschutting van je eigen veilige omgeving. Totdat je op een dag merkt dat je al lang begonnen bent aan je eigen tocht en dat je al eens stuk hebt afgelegd. Dan komt de vraag op: Maar waartoe dan? Vroeg of laat ontdek je dat die wereld donker is zelfs wanneer de zon schijnt.
Tribalisme doorbreken
De wijsheid van de wereld zegt ons dat wij ons wapenen tegen de fratsen van het leven – tegen het donker – als we onze rug krommen, onze spieren spannen, onze vuisten ballen en onze ogen tot spleetjes dichtknijpen. Achterdocht, jaloezie, wraakzucht, de schuld geven aan alles en iedereen behalve onszelf eens diep in de ogen kijken, zijn er vaak al voordat je ze een naam hebt gegeven. De bevlogen verspreiders van het allereerste christendom wilden dit tribalisme wilde doorbreken. God en Jezus zijn er voor iedereen. Maar de paradox is wel dat er toch tegelijkertijd weer een nieuwe groep ontstond die – zo leert de geschiedenis – zelf ook een duidelijke grens trok. Want wie God en Jezus niet omarmde viel weer buiten de boot. Als je kijkt naar de kerkgeschiedenis als een repeterende breuk van groepjes en kerken en clubjes, dan is het “Paulus-project” eigenlijk mislukt. Er is geen eensgezindheid te bespeuren zoals Paulus bepleit in zijn brief aan de Romeinen.
Unieke afhankelijkheidsrelatie
Toch wil ik het Paulusproject niet direct afschrijven. Paulus wijst de mensen op een unieke afhankelijkheidsrelatie. En daar zit voor ons soms ook het probleem met zijn teksten. Want wij beoordelen afhankelijkheid vaak negatief. Voor Paulus is leven vanuit een afhankelijkheidsrelatie met God en Jezus het hoofdthema. Dat is misschien nog wat abstract maar aan de hand van het verhaal over de centurion wordt het misschien wat concreter. Een onafhankelijke levenshouding wordt in het verhaal van de centurion ondermijnd als zijn slaaf ziek wordt. Het leven kan hij dan niet meer zelf beheersen. Hij zegt: “Eigenlijk past het niet dat ik bij u kom, want mijn leven heeft als ondergrond mijn zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Zo ga ik om met mijn soldaten en zo benader ik mijn slaven. Maar nu is mijn slaaf ernstig ziek en ik kan niet tegen de ziekte zeggen: “ga weg”, want zo verdwijnt ziekte niet. Ik kan niet tegen mijn slaaf zeggen: “word maar weer beter”, want van mijn bevelen trekt de ziekte zich niets aan. Eigenlijk ben ik het niet waard dat u zich met mij bemoeit, want normaal doe ik mij veel sterker voor. Ik ben afhankelijk van u.” Jezus antwoordt: “U hebt een groot vertrouwen. Ga terug naar huis, het moge u gaan overeenkomstig uw vertrouwen”…en de slaaf werd beter.
Niet de gift staat centraal
Het lijkt alsof de vraag zich richt op de gift, namelijk de genezing. Met het zinnetje ‘Ik ben niet waard om u te ontvangen’, zegt de centurion iets anders. Hij richt zich immers niet op de gift en het ontvangen daarvan namelijk de genezing van zijn dienaar. Hij richt zich op de gever. De centurion vraagt veel zoals ook wij in onze gebeden veel kunnen vragen, hele concrete dingen soms zoals mooi weer, lekker eten, een nieuwe woning of een promotie of een geliefde. Vaak zeggen ze dat in kerken dat je niet om concrete dingen mag bidden. Je mag ook niets vragen aan God, “want God is geen Sinterklaas”. Ik vind dat bidden om concrete zaken zo erg nog niet. Het is ook een teken van betrokkenheid bij onze werkelijkheid. Hoe concreter we bidden, hoe zichtbaarder het wordt dat we in de kern van de zaak voor deze zaken uiteindelijk van God afhankelijk zijn. Het veelbetekende zinnetje ik ben niet waard om u te ontvangen drukt dit uit.
Ga maar naar huis
Als je met dat vertrouwen vraagt, dat luidt het antwoord: “Ga maar naar huis, het moge u gaan overeenkomstig uw vertrouwen.” Je zou kunnen zeggen dat deze tekst ons leert dat door God – of een geestelijke dimensie – bij je leven te betrekken, je door de grenzen van alle ellende, pijn, verdriet en gemis heen kunt breken. Niet dat de pijn verdwijnt maar de context verandert wel. Het is misschien een paardesprongetje maar ik denk dat veel boosheid over en weer in onze tijd gebaat zou zijn bij een pleidooi voor afhankelijkheid. “Ik ben niet waard om u te ontvangen” is het tegenovergestelde van groepen mensen die collectief claimen de beste te zijn en menen dat de betere wereld, ja zelfs de hemel met hen begint. Wij zijn allemaal even vatbaar voor de grillen en grollen van het leven. Daar is eigenlijk geen virus voor nodig.
Een nieuw begin
Wat ik wil zeggen is dit. Als je bent zoals een kind dat zijn moeder de hele dag door van alles en nog wat vraagt, maar zijn liefde voor zijn moeder niet laat afhangen van vervulling van al die wensen. Dan verwerf je een nieuwe zelfstandigheid, een nieuwe onafhankelijkheid. Een wereld waarin dat koninkrijk geen gefrustreerde religieuze dagdromerij meer is, maar misschien wel tastbaar dichtbij komt omdat we elke verwachting hoe dat koninkrijk eruit moet zien voor onszelf los hebben gelaten, zelfs als ons leven eindigt. Zelfs ons laatste moment hier op aarde wordt dan een nieuw begin.
As die donker my kom haal en die Here my nie soek nie
As die osoonlaag vergaan en in ñ kandelaar van sterre val
Begrawe my hart op Klein Tambotieboom
En strooi my as oor die bosveld horison