Skip to content
Vrijplaats 42 Preek en dienst

Een kerkdienst heeft veel onderdelen: gebed, gezang, zegen, preek. Alle zijn belangrijk, maar de belangrijkste is, naar veler idee, de preek. Vaak wordt de kwaliteit van een kerkdienst beoordeeld naar de kwaliteit van de preek. ‘Hoe was de dienst?’’ ‘Goed, want er was een goede preek’. Men beoordeelt dus vaak het geheel naar een deel. Dat is niet vanzelfsprekend.

De preek
Een voorganger (predikant of priester) houdt een preek, ook wel genoemd: overdenking, overweging, verkondiging, of, chiquer, het oorspronkelijk Griekse: homilie. Dat zijn niet allemaal synoniemen, de woorden drukken steeds iets anders uit. Een preek duurt in de protestantse kerken gemiddeld 20 minuten (bij de orthodoxe christenen langer). Bij de Rooms-katholieken is de preek vaak korter, bij de Oosters orthodoxen vaak nog korter. Bij de Rooms-katholieken en de Oosters-orthodoxen ligt het accent in de dienst elders, namelijk bij de eucharistie, de viering met brood en wijn.

Hoe komen wij aan het woord ‘preek’ en aan het gebruik voor een bepaald deel van de dienst? Allereerst het woord. In het Nieuwe Testament is het woord voor preek ‘kèrugma’. Het werkwoord daarbij is ‘kèrussein’, wat de taak is van een heraut, die op luide toon een belangrijke aankondiging doet. Deze aankondiging is belangrijk voor het leven van de toehoorders. Als christenen de Griekse term voor hun liturgie goed willen vertalen is ‘verkondiging’ het beste.

‘Preek’ (het woord ‘prediking’ heeft een wijdere, ook niet christelijke toepassing). komt van het Latijn ‘predicare’. Toen de vertaling van het Griekse ‘kèrussein’ werd gemaakt betekent het woord iets als ‘duidelijk zeggen’. In ieder geval werd, toen de preek werd ingevoerd in een kerkdienst, of in een mis, werd niet bedoeld een vrijblijvende overweging of overdenking. Het christendom gaat immers ergens over, en is belangrijk voor de mensheid.

De inhoud van de preek
Preken over het goddelijke is niet eenvoudig. De mens denkt vanuit zijn natuurlijke ervaring, en God hoort niet tot die natuur. Maar het christendom moet verbreid worden. Dat was de inzet in het begin. Jezus zelf kwam uit een joodse omgeving van rabbi’s waarin verspreiding van geloof vanzelf sprak. Jezus gaf zelf zijn volgelingen de opdracht het heil aan de wereld te verkondigen. In Mattheüs 4: 17 staat: ‘Jezus zegt; bekeert u want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Jezus’ laatste opdracht aan zijn volgelingen was: “Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb in acht te nemen’ (Mattheüs 28:19-20). In Markus 16:15 wordt deze opdracht, beter bekend als het zendingsbevel, door Hem herhaald:’Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen’. Jezus roept op tot verspreiding van een heilsboodschap in een omgeving die het einde der tijden verwacht: een apocalyptische omgeving. De boodschap is dusurgent.

Waarover moet de preek gaan? Op welke plaats moet hij staan in de dienst, dat wil zeggen, voor of na de lezing van de schriften? En nog preciezer: de keuze van de tekstlezingen. Moeten die uitsluiten uit de Bijbel genomen worden, of is het ook mogelijk een gedicht van een hedendaags auteur te nemen of welke andere tekst dan ook, of een combinatie van deze met bijbel teksten? Moet er een preekrooster zijn zoals in de PKN gebruikelijk, of moet de keuze afhangen van de concrete omstandigheden waarin de gemeente verkeert?

In de midden-orthodoxie en bij de vrijzinnig-christenen worden eerst teksten gelezen, gewoonlijk één uit het Oude en één uit het Nieuwe Testament. Meestal wordt over de tekst van het Nieuwe Testament gepreekt. Alleen in orthodox protestantse hoek kiest men meest voor het Oude Testament.

Over de inhoud van de preek is veel geschreven. In verschillende tijden heeft men verschillende opvattingen, en ook in verschillende stromingen van het protestantisme is men het niet eens in hoeverre de preek los moet staan van de Bijbel of die juist letterlijk moet volgen.

Als wij ons tot de vrijzinnigen beperken, zien we dat preken heel vaak overdenkingen zijn, en dus niets te maken hebben met het herautschap van weleer. Het zijn vaak bespiegelingen over de tegenwoordige tijd. In 20 minuten wordt gesproken over de oorlog in Oekraïne, over het klimaat, over de toeslagenaffaire en het kolonialisme. Dat loopt naar mijn indruk, vaak niet goed. Allereerst is de predikant die zich op die manier aan een preek begint, vaak niet capabel om op logische en deskundige manier over deze zaken te spreken. Maar het belangrijkste, is, dat op deze manier, als de predikant iets te berde brengt dat ik al in de NRC, Volkskrant of de Groene Amsterdammer heb gelezen en dan beter, dat de vrijzinnigheid haar corebusiness ter zijde schuift. Immers, ook vrijzinnige christenen zijn christenen.

Waarover moet een vrijzinnige preek dan wel gaan? Voor het antwoord op die vraag is het goed te denken aan de bedoeling van de eerste preken van het Christendom. Uitgangspunt is het leven van Christus, verwoord in de Bijbel. De Bijbel kan een vrijzinnige dan vrij interpreteren, zelfs rationalistisch, maar de Bijbel moet uitgangspunt zijn. Als de preek een algemeen cultureel praatje is, verliest de vrijzinnigheid zijn specifieke kleur, zijn aard. Daarmee houd je de leden niet vast en werf je geen zieltjes.

Interactie
Een preek wordt gehouden door een predikant, en de gelovigen horen toe. Is het ook mogelijk dat de gelovigen zelf inbreng hebben in de preek? Reeds in de vroege kerk, bij Augustinus, reageerden de gelovigen tijdens de preek. Zij applaudisseerden soms (ook al vroeg Augustinus zich soms af of de gelovigen wel alles begrepen hadden). De inbreng van gelovigen kan natuurlijk door een preekvoorbereiding gedurende de week voorafgaand aan de zondag. Het komt ook voor dat de predikant aansluitend op zijn preek de kerkgangers naar reacties vraagt (een goede organisatie van de geluidsinstallatie is dan wel nodig). Ook kunnen gelovigen tijdens de dienst inbreng hebben. en dan niet spontaan en onvoorbereid, maar na afspraak in de week voorafgaand aan de dienst. Laatst was er een dienst in de vrijzinnige kerk waarbij drie kerkgangers, na afspraak, hun ervaring met de te bespreken bijbeltekst konden geven, en daarna deze in het afsluitend gebed nog een konden verwoorden. Dat was een gelukkige liturgie. Als de kerkleden op die manier inbreng hebben past dat goed bij een geloofsgemeenschap die de zelfstandigheid van de moderne mens serieus neemt.

Vrijplaatsen zijn columns van Bert Bos die hij speciaal voor deze site schrijft. Prof.dr. Bert Bos is emeritus-hoogleraar filosofie van de middeleeuwen in Leiden, hij doceerde over Augustinus en Eckhart.

Literatuur: M. Barnard, ‘Prediking’, De Weg van de liturgie. Tradities, achtergronden, praktijk. M. Barnard, F. Immink e.a., redactie. Zoetermeer: Meinema 21968.. 210-216.
A. Adam, Lehrbuch der Dogmengeschichte. Band 1: Die Zeit der alten Kirche, Gütersloh: Mohn 1965.
Internet: https://www.bijbelwoord.nl/wat-is-het-zendingsbevel/Vrijplaats 42, preek

Back To Top
Zoeken