Skip to content
Vrijplaats – De stilte van het licht met een zwarte rand

We kennen de uitdrukkingen ‘hij heeft zich dat boek eigen gemaakt’, of ‘hij gaat geheel in zijn werk op’, ‘die hobby laat hem niet los’. Het lijken onschuldige uitdrukkingen. Het lijkt als of een bepaald persoon iets doet wat hij graag wil doen en waarmee hij dus een relatie heeft. Als je de uitdrukkingen letterlijk bekijkt is niet de persoon de baas in de relatie, maar het object waarmee hij te maken heeft, dus een boek, een werk, een hobby. We noemen een dergelijke mens mono-maan, één waanzin houdt hem vast.

Joost Zwagerman

In 2015 publiceerde Joost Zwagerman (1963-2015) een bundel essays De stilte van het licht. Schoonheid en onbehagen in de kunst. Voor Zwagerman was het schrijverschap een zaak van alles of niets; in 2015 maakte Zwagerman een eind aan zijn leven – deze mededeling is hier relevant. In zijn boek staan 41 opstellen over uiteenlopende kunstenaars. Misschien geen kunsthistorisch boek in strikte zin, misschien meer Zwagerman dan de kunstenaars, maar dat maakt het boek niet minder mooi en interessant.

Mark Rothko

De kunstenaar die de meeste aandacht krijgt is de schilder Mark Rothko (1903-1970). Rothko maakte grote schilderijen, waarin karmozijn-rood de hoofdkleur is. Zwagerman citeert de ervaringen van beschouwers van de schilderijen: ‘Simon Schama spreekt van een ervaring, alsof de schilderijen op mij hadden gewacht’; Stanley Kunitz zegt dat je zijn schilderijen kunt inademen.’. Men ervaart, aldus Zwagerman, een soort religieuze ervaring, mensen barsten in huilen uit, raken in extase. Het kunstwerk heeft hier Christus vervangen als entiteit. Rothko verlaat in zijn kunst de dagelijkse realiteit; hij vertrekt naar een andere wereld. De kleur rood is een obsessie geworden. Hij pleegt zelfmoord.

Johannes van het Kruis

De favoriete auteur van Rothko is de Spaanse mysticus Johannes van het Kruis (1542-1591). Deze streeft in zijn werken naar eenwording met God. Dat is in de christelijke traditie een bekend thema, maar eenwording is voor de mens in dit leven niet mogelijk. Er staat geschreven in Johannes 1:18 en andere plaatsen: ‘Niemand heeft ooit God gezien’. Johannes van het Kruis lijkt ook deze gedachte te onderschrijven, maar op een aantal plaatsen in zijn werk spreekt hij van het (normaal ongewone) bezit en inzicht in goddelijke en menselijke zaken. Hij spreekt van een complete transformatie in God. Hij suggereert op zijn minst dat de mens de grens van het gewone leven te boven kan gaan. Bij Eckhart vinden we iets vergelijkbaars. Zo’n opvatting is onaanvaardbaar voor de traditionele leer. De rooms-katholieke kerk is daarom altijd wantrouwend geweest tegenover mystici. Johannes van het Kruis stierf te midden van broeders die hem, vanwege zijn radicaliteit niet steeds welgezind waren. Toen zijn broeders bij zijn sterven het ‘Miserere’ wilden aanheffen, verzocht Johannes om het Hooglied. Dat was zijn manier van afscheid van de wereld.

Niet te ver

Het is goed als iemand zegt dat hij door een boek of hobby is gegrepen. Maar dit gegrepen zijn kan beter niet te ver gaan. Laat enthousiasme geen zwarte rand hebben.

Bert Bos

Prof.dr. Bert Bos is emeritushoogleraar filosofie van de middeleeuwen in Leiden, hij doceerde over Augustinus en Eckhart. Vrijplaatsen zijn korte columns van Bert Bos die hij speciaal voor deze site schrijft.

Back To Top
Zoeken