Skip to content
Vrijplaats 49, Anders gezegd, dus anders lezen

De Bijbel bestaat uit twee delen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Ieder Christen weet dat. Maar wat hebben die twee delen met elkaar te maken? Het Oude Testament is het boek van de joden: het verhaalt over God die het uitverkoren volk leidt. Het Nieuwe Testament is het boek van de Christenen. Hier gaat het over Jezus Christus, diens geboorte, leven en sterven, en al zijn spreuken en daden.

 In de christelijke traditie beschouwt men Oude en Nieuwe Testament als één geheel. Rond 200 na Christus komt de canon tot stand. Deze blijft vanaf die tijd grotendeels constant. Canon betekent richtsnoer, en de twee boeken zijn het richtsnoer voor de christenen. Zij lezen de twee boeken als één geheel, en dat terwijl de joden, het volk van het Oude Testament, dat totaal niet doen.

Als in de loop van de 19e eeuw de historisch-kritische bijbelwetenschap opkomt, wordt eens te meer duidelijk dat de twee Testamenten niet alleen een verschillende oorsprong hebben, maar ook onderling een verschillende inhoud, die gebonden is aan die oorsprong. Desondanks lezen de gelovige christenen de Bijbel als één geheel. Ze hebben een andere bril op dan de strikt historisch gerichte wetenschappelijke onderzoekers.

Hoe lezen de christenen dan de Bijbel? Ik spits deze vraag toe. Hoe herkennen zij in het Oude Testament het Nieuwe Testament, hoe zien zij in het Oude Testament een voorafschaduwing van het Nieuwe, dat wil zeggen, hoe hebben de ‘figuren’ van het Nieuwe Testament een voorafgaande ‘figuratie’ in het Oude Testament, in andere woorden: hoe is er ‘prefiguratie’? Hoe lezen gelovige christenen eigenlijk? Op welke manier lezen zij de Bijbel anders, voorbij de letter? Wat betekent ‘anders lezen’, dus ‘allegorisch’ lezen en uitleggen’? Nog scherper geformuleerd: hoe kunnen deze christenen niet begrijpen dat joden met goed verstand niet allen christen zijn geworden?

De allegorie

Ik geef hier het voorbeeld van Abraham, diens vrouwen Sara, Hagar en Kethura, en hun kinderen. Paulus bespreekt het voorbeeld, want hij wil het radikaal eigene van het christelijk geloof duidelijk maken. Hoe vreemd het op het eerste gezicht ook klinkt, de kern van het christelijk geloof komt in de allegorie aan de orde, namelijk de nieuwe vrijheid van het christendom, dit in contrast, of als voltooiing, van de joodse idee dat het volgen van de wet het heil bepaalt. Deze allegorie is geschreven door de apostel Paulus, die ooit Saulus heette, toen hji jood was en nog niet bekeerd tot het geloof in Christus. De naamsverandering staat voor zijn radicale verandering van de oude mens, van het jood-zijn, naar de nieuwe mens, het christen-zijn.

Het voorbeeld komt naar voren in de Brief van Paulus aan de Galaten, hoofdstuk 4: 21-31. Paulus vertelt daar dat aartsvader Abraham gehuwd was met Sara. Heel lang bleven zij kinderloos, ondanks de belofte van God dat Abraham kinderen zou krijgen. Dat gebeurde ook, maar anders dan menselijkerwijs verwacht. Omdat Sara maar niet zwanger werd, ondanks Gods belofte, mocht Abraham bij de vrijgelaten slavin Hagar een kind verwekken, met toestemming van Sara. Hagar werd zwanger en baarde Ismaël. God echter kwam zijn belofte toch na: er geschiedde een wonder, en Sara werd alsnog zwanger en baarde Isaak. Abraham nam daarna nog een vrouw, de slavin Kethura, die hem zeven zoons baarde (Zimram, Joksam en anderen) (Gen. 25r:1)).

Isaak was het kind van de belofte door God, het kind van Gods wonderbaarlijke ingrijpen, van Gods genade. Hij was geboren, tegen alle verwachtingen van de mensen in, tegen de natuurwetten in, uit een vrije vrouw, Sara, volgens de belofte van God. Zijn geboorte betekende de vrijheid van het gewone en vertrouwde menselijke. Isaak staat voor het geestelijke van de mensheid, het geestelijke van God, voor de superieure voltooiing van het Nieuwe Testament tegenover het Oude Testament.

Isaac is de stamvader van Israël. Ismaël daarentegen is de stamvader van het Noord-Arabische steppenvolk. Ismaël is het kind van een vrijgelaten slavin. Hij is echter het kind van een natuurlijke geslachtsdaad. Hij is een kind naar het vlees, een ‘vleselijk’ kind, geen ‘geestelijk’ kind, zoals Paulus het vaak uitdrukt. Hij is het kind van de wet, niet van de genade. Kethura, de andere vrouw van Abraham, was een slavin, dus een gebonden vrouw. De zeven zoons die Abraham kreeg bij Kethura, staan voor de schisma’s en ketterijen die later zijn ontstaan, uit en buiten de kerk.

Augustinus over de allegorie

Vele theologen in de geschiedenis hebben deze allegorie bestudeerd. De grote kerkvader Augustinus wijdt er ook aandacht aan. In Isaak komt een geestelijke traditie van de mensheid tot uiting, zegt Augustinus, een van orde en van rechtvaardigheid, dat wil zeggen: van ‘rechtmaking’, de mens wordt namelijk op het rechte spoor gezet.

Voor Augustinus betekent dit in het bijzonder een kritiek op de Manicheeërs. een gnostische stroming. Immers, Manicheeërs verwerpen het Oude Testament. Zij lazen slechts de letter. Zij verwierpen de idee van een soort menselijke God, die straft en wreekt, zoals zij in het Oude Testament lazen. Zij geloofden alleen in een God die geestelijk was, en dus geen enkele relatie aanging met de materie.. Zelfs delen van het Nieuwe Testament worden door sommigen van die Manichaeërs iets van lichamelijkheid van God suggereren, verwerpen zij. Augustinus wijst er op dat achter die letterlijkheid een geestelijke rijkdom schuil gaat.

De andere bril

De gelovige leest met een andere bril dan de niet gelovigen. Dat is geen willekeurige keuze. Hij is door zijn bekering getransformeerd, heeft een nieuwe vorm gekregen. Hij heeft een ander denkmodel. Hij leest langs de letter, achter de letter, hij leest ‘anders’, allegorisch, zoals Augustinus en anderen in die tijd dat natuurlijkerwijs deden.

Wat is lezen?

Zij zagen de diepere zin achter een tekst. Zo bijzonder is het niet. Echt lezen houdt altijd in: lezen naar de betekenis achter de oppervlakte. Dat geldt niet alleen voor de Bijbel, maar voor elk literair werk.

PS: Wanneer later Abraham van God de opdracht krijgt Isaak te offeren, Abraham in vast Gods vertrouwen die opdracht aanvaardt, en Abraham uiteindelijk slechts een lam hoeft te slachten, staat die gebeurtenis opnieuw symbool voor de kernbeleving van het Christendom (hierover in een andere vrijplaats meer, naar aanleiding van Kierkegaard).

Literatuur:

  • C.J. den Heyer, Galaten. Een praktische bijbelverklaring. Tekst en toelichting,. Kampen (Kok), 1987.
  • Augustine’s Commentary on Galatians. Introduction, Text, Translation. and Notes, by Eric Plumer, Oxford University Press, 2003.

Vrijplaatsen zijn columns van Bert Bos die hij speciaal voor deze site schrijft. Prof.dr. Bert Bos is emeritus-hoogleraar filosofie van de middeleeuwen in Leiden, hij doceerde over Augustinus en Eckhart.

Literatuur

Ch. Grawe, ‘Mensch. Einleitung’, in Historisches Wörterbuch der Philosophie , deel 5. hrsg,. von J. Ritter und K. Gründer. Darmstadt (Wissenschaftliche Buchgesellschaft) 1980, col. 1059-1060.

Jos de Mul, Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0. Rotterdam (Lemniscaat), 2014.

The Gnostic Scriptures. Ancient wisdom for the new age. A new translation with annotations and introductions, by Bentley Layton, Doubleday (New York) 1987 (zeer nuttige verzameling teksten).

Back To Top
Zoeken